Wat is normaal?

Volgens Van Dale betekent normaal ‘volgens de regel, volgens de norm’. Maar onder een regel of norm ligt altijd een bepaalde waarde: wat vinden wij, wat vind ik belangrijk? Die waarde vergeten we vaak. Of in elk geval vergeten we om deze af en toe weer eens tegen het licht te houden. Als we verlangen naar een nieuw normaal, verlangen we vaak naar andere waarden. Vooral bij anderen…

Kort geleden verzorgde ik, samen met Saskia Mulder, een training voor docenten van de Hogeschool van Amsterdam. In een aantal (nieuwe) opleidingen gaat deze hogeschool gebruik maken van de systematiek van KlimaatGesprekken, de stichting waar ik nu alweer een paar maanden voorzitter van ben. Superleuk, maar daar gaat het nu even niet over. 

 

Tussen de middag gingen we lunchen met de deelnemers en kregen een veganistische maaltijd voorgezet. “Oh, dat is mooi zeg, wat goed dat ze dat doen”, reageerde een van hen. “Mooi? Da’s toch normaal”, zei een andere docent stellig. Nou zaten we daar bij elkaar met een clubje intrinsiek duurzaam gemotiveerde mensen, dus de meesten van ons knikten braaf of namen de opmerking ter kennisgeving aan. In een andere setting zou zo’n tekst een stevige dooddoener kunnen zijn, of tot discussie kunnen leiden. Je veroorzaakt er verwarring mee, al is het maar voor even. 

Moment van introspectie

Verwarring is wat mij betreft een goeie staat van zijn. Als je er voor openstaat, biedt het je een moment van introspectie. Je gaat met jezelf een (klimaat)gesprek aan: “Oh ja, is dit normaal? Vind ik dat ook? Zo niet, wat vind ik dan? En wat zijn de waarden die daar voor mij onder liggen?” Ieder van ons draagt namelijk een heel setje waarden met zich mee: ga maar bij jezelf na. Wanneer je bewust beslist, kun je in elke situatie een andere waarde voorrang geven. Komt tijdens zo’n moment van verwarring jouw waarde naast die van een ander te staan, dan kan dat iets in beweging brengen. Misschien krijg je een andere kijk op de zaak, maak je een andere afweging of neem je een andere beslissing. Of niet. Dan blijft jouw norm (nog even) ongewijzigd. 

De docent in de kantine (die van ‘Da’s toch normaal?’) zorgde tijdens onze training vaker voor zo’n verwarrend momentje van introspectie. Als een groepsgenoot waardering uitsprak voor een duurzaam initiatief of een groene aanpak, zei hij ook: “Maar dat is toch heel normaal?” Daarmee bedoelde hij vooral: ‘dat zou normaal moeten zijn’. Daarmee plaatste hij zijn eigen, groene waarde naast de schijnbaar heersende groepsnorm, in een poging deze te doen opschuiven. Hij probeerde met het zogenoemde Raam van Overton, de acceptatiegrens van zijn groepsgenoten, te verschuiven. 

Raam van Overton

Die aanpak hanteert een organisatie als Extinction Rebellion ook. Zij verwachten niet dat alle handen op elkaar gaan voor hun tamelijk extreme acties, zoals die-ins op het centraal station van Utrecht, of het bekladden van de glazen deuren van het hoofdkantoor van Shell met milieuvriendelijke zwarte inkt, bij wijze van surrogaat-olie. Door hun mening zo non-comformistisch uit te dragen, ziet de gemiddelde Nederlander de acties van bijvoorbeeld Greenpeace en Milieudefensie eerder als genuanceerd en realistisch. Het kader voor wat ‘normaal’ of acceptabel is, verschuift erdoor. Dat kan heel effectief zijn. 

Te mild? 

Vaak hoor ik tijdens sessies voor KlimaatGesprekken, dat deze aanpak ‘te mild’ zou zijn. Die aanpak bestaat eruit vooral naar de ander te luisteren en een andere mening niet te veroordelen, of actief te willen bijsturen. ‘Als je de norm wilt veranderen, moet je dan zelf niet stelliger zijn?’, wordt mij nogal eens gevraagd. Vooral in een professionele setting leeft de verwachting dat een mening stevig, of zelfs uitvergroot, mag worden neergezet. Een professional snapt de bedoelde maatschappelijke impact dan wel, is de gedachte. 

Ik ben van mening dat je in alle mildheid tóch duidelijk kan zijn. Je stelt daarbij heel helder: dit vind ik belangrijk. Dit is mijn waarde. En daarom vind ik dit normaal. Je veroordeelt de ander dan niet en probeert de ander ook niet te overtuigen van de ‘juistheid’ van jouw visie. Je laat de ander wel horen of zien dat het anders kan. Zo toon je een alternatief wereldbeeld en andere handelingsmogelijkheid.  Zo plant je zaadjes voor verandering. Wie weet gaat de ranking van waarden van de ander, want dat is waar we het over hebben, later alsnog schuiven. Dat proces van verschuivend normaal is maatschappelijk tenslotte al volop aan de gang.  

Taboes 

Het raam van Overton laat zien dat dat de acceptatiegraad verandert door radicale en ondenkbare voorstellen. Als ik voor een organisatie een opdracht ga uitvoeren, probeer ik vooraf altijd boven water te krijgen waar we niet aan mogen komen, wat voor hen moet blijven wat het is. Welke verandering is ondenkbaar en blijft daardoor onbespreekbaar? Na wat luisteren en doorvragen komt er altijd een specifieke waarde bovendrijven. Veiligheid, bijvoorbeeld, in ziekenhuizen. Of brood op de plank, in commerciële organisaties. Die onderwerpen vallen buiten het raam van Overton. 

Taboes zijn vaak gekoppeld aan de bestaansreden van organisaties, vanuit die waarden heeft de organisatie zijn positie (status) gekregen. Het zijn de normen, geschreven en ongeschreven regels, die eerder in de geschiedenis van de organisatie nodig en vanzelfsprekend waren. En juist deze taboes zijn interessant om te onderzoeken als je wilt verduurzamen. Want systeemverandering start bij het herijken van de belangrijkste waarden. Dan schuift de acceptatie voor groenere keuzes.

Het is mooi om te zien dat jonge organisaties met een duurzame missie, zoals bijvoorbeeld Fairphone, MyWheels, PieterPot of de Jonge Klimaatbeweging, geen erfenis hebben van verouder(en)de normen. Daar telt de waarde duurzaamheid zwaar mee in alle afwegingen. Met hun radicaal andere aanpak verschuiven zij niet alleen de maatschappelijke norm, maar ook die van hun branche. Echte stappen richting systeemverandering. En het mooie is: wie daar door het raam van Overton kijkt, heeft een knalgroen uitzicht. En als je het mij vraagt, is dat normaal. 

-------

Meer over Jeanine Pothuizen – veranderkundige en klimaatpsycholoog

Voor mij is een organisatie een verzameling mensen. Wil je je duurzame ambities realiseren? Dan heb je niet alleen een technische, rationele uitdaging. De sociale en psychologische kant speelt net zo hard een rol. Ondanks de mooie ambities en uitgewerkte plannen, leiden schijnbaar verborgen aspecten (emoties en cultuur) vaak tot onverwachte belemmeringen in het realiseren van deze doelen.

Ik help teams en organisaties om deze de zachte aspecten van verandering juist in te zetten als katalysator. Op weg naar een gezonde toekomst voor mens, organisatie en natuur.

 
Previous
Previous

Klimaatpsychologie: hoe trek jij je collega's over de streep?

Next
Next

Voorbij de koffiebekers en het fietsenplan